Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag en onderzoeksplatform Investico. De miljoenen lossen het schreeuwende personeelstekort in sectoren als de zorg en techniek niet op. "We zijn blij met de subsidie, maar deze regeling slaat volledig de plank mis", zegt opleider Jenny van den Bovenkamp.
Vrees voor werkloosheid
In mei 2020 gaven toenmalig ministers Wouter Koolmees, Wopke Hoekstra en Eric Wiebes een persconferentie. Twee maanden nadat de eerste lockdown was aangekondigd, werd langzaam duidelijk dat de economie nog lang onder de pandemie zou gaan lijden.
Ondanks looncompensaties vreesden de ministers dat veel mensen hun baan zouden gaan verliezen. "We gaan een nieuwe fase in", zei Koolmees, "En daarbij hoort scholing." Er kwam een regeling om mensen die door corona hun baan dreigden te verliezen, bij- of om te scholen.
Weinig geld voor kansrijke beroepen
Er is inmiddels 200 miljoen beschikbaar gesteld voor gratis coachingstrajecten, trainingen en opleidingen, onder de naam 'NL Leert Door'. Er werden bijna 1200 opleidingen aangeboden, maar daarvan richt slechts 30 procent zich op zogenaamde 'kansrijke beroepen', beroepen met goede baankansen.
Die beroepen zijn vastgesteld door het UWV. Normaal gesproken zijn dat functies als verpleegkundige, softwareprogrammeur en automonteur, maar vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt vallen er ook beroepen als recruiter en verkoopmedewerker van badkamers onder.
Omscholen laagopgeleiden
Bovendien was ruim de helft van het gesubsidieerde aanbod niet toegankelijk voor mensen met een mbo-niveau-3-opleiding of lager. Dat is extra wrang omdat daar volgens econoom Frank Kalshoven de grootste werkloosheid zit.
"Er wordt in Nederland niet aangestuurd op omscholen van laagopgeleide mensen. De tragiek is dat mensen die al veel kennen en kunnen, vaak al veel leren op hun werk. De groep voor wie dit problematisch is, is lastig te bereiken."
'Het was als kaartjes kopen voor een festival'
Verschillende werkgevers visten achter het net toen ze subsidie aan wilden vragen voor het omscholen van hun werknemers. "We hebben grote tekorten in onze sector", vertelt Wim Overeen van Fedecom. "We hebben elk jaar tweeduizend nieuwe mensen nodig, terwijl er jaarlijks maar zeshonderd bijkomen."
Ook Jenny van den Bovenkamp, directrice van opleider Aeres Tech, lukte het niet om subsidie aan te vragen. "We hebben ons halverwege 2020 meteen voor de eerste subsidieronde ingeschreven", vertelt ze. "Het was alsof ik kaartjes voor een festival probeerde te kopen: twee minuten nadat de inschrijving open ging drukte ik al op verzenden." Te laat, het geld was op.
Te willekeurig, te breed
Vervolgens veranderde de inschrijfprocedure telkens: bij de ene ronde moet Van den Bovenkamp zich via een brancheorganisatie inschrijven, bij de volgende ronde wordt er geloot. "We kregen laatst te horen dat we nummer 34 van 118 zijn. Waarschijnlijk is ook dat geld al op voordat we aan de beurt zijn."
Ook Wim Overeem is kritisch. "Als je een subsidieregeling zo willekeurig en breed uitzet, helpt dat nauwelijks tegen de tekorten op de arbeidsmarkt", zegt hij.
Schieten met hagel
Bij een latere ronde kreeg Overeem wél subsidie en kon daarmee dan weer omscholingstrajecten financieren op de school van Van den Bovenkamp. Beiden benadrukken dat ze wel blij zijn met de subsidies. "Maar het ministerie kijkt helemaal niet waar het geld nodig is, of überhaupt naar wat de kwaliteit van opleiders is."
Overeem: "Voordat de overheid zo'n regeling optuigt, zouden ze moeten kijken waar op de arbeidsmarkt de échte gaten zitten. Nu schieten ze met hagel."
Regeling 'onder hoge druk opgezet'
Het Ministerie van Sociale Zaken (SZW) laat weten dat de omscholingssubsidies na de uitbraak van het coronavirus 'onder hoge druk' zijn opgezet. Het was lastig te bepalen wie het hardst getroffen zou worden, dus besloot het ministerie om zich niet specifiek te richten op lager opgeleiden of sectoren met tekorten.
"Doel was om iedereen te ondersteunen die als gevolg van de crisis zijn baan verloor of dreigde te verliezen. Het alleen richten op kansrijke beroepen was op deze korte termijn niet haalbaar. We hebben wel de eis gesteld dat de scholingsactiviteiten relevant moesten zijn voor de arbeidsmarkt", zegt het ministerie. Verder stellen ze dat de scholing op het vergroten van vaardigheden was gericht, en niet in hoofdzaak op omscholing.
Bron: EenVandaag