De historie van Aeres Tech begint kort na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945), wanneer de Nederlandse overheid maatregelen neemt om de voedselproductie voor de eigen bevolking veilig te kunnen stellen. Onder leiding van minister Sicco Mansholt (1908-1995) van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening wordt besloten agrarische praktijkcentra op te richten.
Het doel van deze centra is het theoretische onderwijs van de lagere en middelbare agrarische scholen te ondersteunen met praktijktrainingen. De regering verwacht hiermee de mechanisatie van de landbouw en de intensivering van de veehouderij te kunnen versnellen. Met als doel de totale sectoropbrengsten in relatief korte tijd omhoog te schroeven, waardoor de autonome voedselvoorziening niet meer in gevaar hoeft te komen. Bijkomend voordeel is dat de structuur van praktijkcentra voordeliger is dan om elke school te voorzien van eigen voertuigen en installaties. Bovendien heeft de oprichting van praktijkcentra in o.a. Denemarken, Engeland en Zweden tot goede resultaten geleid. Zo gaan vanaf de jaren vijftig leerlingen van het agrarisch onderwijs één week per jaar naar een praktijkcentrum om daar praktijkkennis op te doen.
In de jaren '50 en '60 ontstaan er elf praktijkcentra:
- Oenkerk (Friesland) - melkveehouderij
- Almelo (Overijssel) - varkens/pluimvee
- Barneveld (Gelderland) - varkens/pluimvee
- Horst (Limburg) - varkens/pluimvee
- Deurne (Noord-Brabant) - paardenhouderij
- Schoondijke (Zeeland) - akkerbouw
- Emmeloord (toenmalige Noord-Oost Polder) - akkerbouw
- Ede (Gelderland) - tuinbouwtechniek
- Ede (Gelderland) - landbouwtechniek
- Horst (Limburg) - champignonteelt
- Schaarsbergen (Gelderland) - bosbouw
Bijzonder aan de oprichting van de praktijkcentra is dat de verzuiling geen rol speelt: de verschillende stromingen werken samen om de praktijkcentra zo goed mogelijk op te zetten. Ook de verschillende vakbonden slaan de handen inéén om de praktijkcentra tot een succes te maken.